Missen we straks de boot?
Op dit moment maken de meeste politieke partijen er geen geheim van om in september een nieuwe federale regering te willen vormen. Het is zonneklaar dat de tot op heden grootste Vlaamse partij, indien ze hierin een rol wil spelen, haar institutionele eisen dient op te bergen. Als de niet-partijpolitieke Vlaamse beweging deze ontwikkelingen lijdzaam aanschouwt – uitgerekend in het jaar waarin we de honderdste verjaardag van de moord op Herman Van den Reeck herdenken – laat ze mogelijk een van haar laatste kansen schieten om werkelijk een impact te hebben op de werking van het Belgische systeem.
We laten een periode achter ons van relatief politiek succes, waardoor na jaren van verzet tegen het Belgische systeem uiteindelijk tot regeringsdeelname werd beslist. De Vlaamse meerderheid stelde zich immer pragmatisch op, zo ook de tot nu toe dominante speler in Vlaanderen, die van 2014 tot 2018 mee het beleid bepaalde. In deze periode kwamen al verschillende stemmen opzetten, die zich niet konden vinden in de stilzwijgende goedkeuring van en medewerking aan een systeem, dat de Vlamingen in de toekomst waarschijnlijk niet meer de minste toegeving zal willen doen.
De meesten lieten zich gedurende de vorige legislatuur nog slechts bedeesd en schuchter uit over de noodzaak aan verregaander Vlaams zelfbestuur. Noodgedwongen werden Vlaamse ontvoogding en fierheid aan de kant geschoven vanuit de gedachtegang dat het ‘nu of nooit’ was. Het bleek echter ‘nu’ voor een kortstondig proeven van de macht en een ‘nooit’ voor zelfbestuur. Wat men kort tevoren nog opeiste, vroeg men zelfs niet meer. Weinigen sloegen met de spreekwoordelijke vuist op tafel of trokken de deur hard achter zich dicht. Veel trouwe partijpolitici en -leden verwerden tot stille getuigen van een verlengde doodsstrijd van een beweging, die zij zelf omwille van partijpolitieke overwegingen bijna ter dood hadden veroordeeld.
Vandaag kondigt zich een potentieel breukmoment aan, omdat de houdbaarheidsdatum van de Vlaams-nationale ‘machtspolitiek’ – die weinig voor Vlaanderen heeft opgebracht – verstreken lijkt te zijn. Het is aan alle overtuigde Vlamingen om er samen voor te zorgen, dat de eis van Vlaams zelfbestuur weer een strijdpunt wordt en geen halfslachtig streven van bewegingsgroepen of -groepjes. We gaan een moeilijke tijd tegemoet met een crisis die verder mensenlevens zal blijven eisen en een Vlaanderen, dat er de grootste lasten van zal dragen. Weinig verrassend, dat doen we al meer dan honderd jaar. Toch is het logisch, dat deze roep door de hierboven beschreven ontwikkelingen in de nabije toekomst weer helderder zal klinken.
Vlaams zelfbestuur moet aanzien worden als een morele, menselijke, maar in de eerste plaats een Vlaams-nationale plicht voor al diegenen die van start willen gaan met een nieuwe, algemeen gedragen beweging. De eis van Vlaams zelfbestuur dient onverkort, zonder dat daarover moet worden gediscussieerd, de ruggengraat, de maatstaf en het geweten van het nieuwe project te zijn. Maken we een einde aan het Belgische verdrukkingsregime door de handen in elkaar te slaan? Of missen we de boot door de Belgische systeempartijen ongehinderd verder te laten handelen met grote risico’s voor de toekomstige generaties van Vlaanderen? Aan u de keus!
Nick Peeters
Deel dit bericht op uw sociale mediakanalen of verzend de link met een E-post bericht.